‘Als CliniClown blijf ik dicht bij mezelf’
Hoor je een saxofoon op de gang? Grote kans dat clown Teun eraan komt. Anne Heddes (26) hoort bij de jongste lichting CliniClowns. In dit verhaal vertelt ze over haar vak en mooie momenten die ontstaan tijdens het werk. “Dicht bij jezelf, kwetsbaar en puur. Dat vind ik zo mooi aan het werk.”
Een meneer met dementie zit in zijn rolstoel aan tafel in de woonkamer van het zorgcentrum. Clown Mimus en ik komen binnen, we zien hoe hij ons volgt met zijn ogen. Zijn blik laat ons geen seconde los. Als we zijn kant op komen, tilt hij opeens zijn armen op en begint te bewegen, omhoog, omlaag, sierlijk, als een soort goochelaar.
We gaan tegenover hem zitten en doen zijn bewegingen na. Hij bestuurt ons, pakte de regie. Het wordt een dans van drie paar handen. Het is doodstil in de kamer en het gaat maar door, zeker een kwartier. We lokken niets uit, er zijn geen woorden, iedereen kijkt ademloos toe. Als hij eindelijk zijn armen laat zakken, is er applaus, ontlading. De verzorgers zijn zo verbaasd. Deze man bewoog nooit meer, dit hebben ze nog niet gezien.
Vlammetje
Ik studeerde musicaltheater in Tilburg en na mijn bachelor begon ik aan een master. Het ging niet zoals ik wilde, spelen en zingen vond ik heerlijk, ik genoot van een rol in de musical West Side Story. Maar de wereld eromheen vond ik hard, ik was er te gevoelig voor. Een vriendin - inmiddels is ze CliniClown Soes - deed cursussen clownerie. ‘Oh Anne dit is ook echt iets voor jou’ zei ze. Dat bleef in mijn achterhoofd kriebelen. Ik deed wat losse workshops en het vlammetje werd aangewakkerd.
Toen ik hoorde dat er in Zeeland een tekort aan CliniClowns was, trok ik de stoute schoenen aan. Ik stuurde een brief, deed auditie en voor ik het wist was ik aan het verhuizen. Sinds februari van dit jaar speel ik in de Zeeuwse ziekenhuizen, in instellingen voor dementie en ook nog in Eindhoven voor kinderen met beperking. Ik speel al sinds mijn achtste saxofoon. Ik neem mijn instrument bijna altijd mee, zeker als we spelen voor kinderen met een beperking. Als we binnenkomen speel ik altijd hetzelfde liedje. De kinderen weten dan meteen, daar zijn de clowns. Ze vinden dat glimmende instrument geweldig, willen eraan zitten en voelen. Dat mag gewoon.
Kwetsbaar en puur
Als CliniClown speel je geen rol, je blijft dicht bij jezelf, kwetsbaar en puur. Vanaf de eerste keer voelde het alsof ik nooit iets anders had gedaan. Mijn clownskarakter Teun heeft iets puberaals. Daardoor heb ik vaak een goede klik met tieners. Zo heb ik met Mimus een keer bijna een jongen ontvoerd van de afdeling. We kwamen op zijn kamer in het ziekenhuis en hij was er duidelijk helemaal klaar mee. Wij gingen hem helpen ontsnappen. De verpleging zag het en speelde het spelletje vrolijk mee. Als je die rode neus op hebt wordt er zo veel van je gepikt. In zijn bed rolden we hem de kamer uit, de gang over, bijna de afdeling af. Lekker lol trappen en dollen. Die jongen vergat waar hij was, ging er volledig in op.
Teun is het verlengde van mezelf. Ze is licht, speels, positief en gevoelig. Alle liefde die je als CliniClown geeft krijg je driedubbel terug. Ik kan echt iets betekenen voor een ander, niets hoeft, alles mag, er is geen druk, geen doelen om te halen. Het is open en puur, de mooiste baan van de wereld.”