‘Dit werk is heftig, maar je brengt altijd lichtheid’
Maartje Merlijn werkt al zo'n zeven jaar als de speelse en energieke CliniClown Fief. Alles kan en alles mag tijdens het spel, maar het kind staat altijd centraal. “Met een groot ego kun je dit werk niet doen.”
Haar clownspersonage Fief werd ‘geboren’ in de intercity naar het UMC in Maastricht. Maartje zou die middag haar debuut maken als CliniClown, samen met collega Sandra, oftewel clown Fiep. Maartje: “Bij mijn auditie gebruikte ik een clownsnaam die ik niet vond passen. De naam Fief had ik al in mijn hoofd, maar toen we het er in de trein over hadden, wist ik het zeker.” Al snel merkte ze dat de naam ook echt goed past. “Fief is altijd vief: zeer energiek”, vertelt Maartje. “Ze is een lieve speelse clown, uit zich fysiek. Maar ze is ook dol op klein spel. Ze houdt van zingen en is ondeugend. Voor haar bestaat het alledaagse niet. Fiefs leven is een oneindige ontdekkingsreis vol fantasie.”
Theater als middel
Maartje hoorde tijdens haar studie tot theaterdocent voor het eerst over de mogelijkheid om CliniClown te worden. Theater inzetten als middel om kinderen in instellingen of ziekenhuizen met fantasie uit die situatie weg te halen, sprak haar meteen aan. Nu speelt ze in ziekenhuizen en instellingen voor kinderen met een verstandelijke en/of fysieke beperking. Fief gaat in één instelling zelfs met kinderen mee naar fysiotherapie om de behandeling makkelijker en dus effectiever te maken.
Kind centraal
Als clown heeft ze haar voelsprieten altijd aan staan om situaties in te schatten en kinderen te peilen. “Alles kan en alles mag, als het spel maar afgestemd is op het kind. Het gaat nooit om mij als clown, maar om wat het kind op dat moment nodig heeft of aandraagt. Je bent als CliniClown dus altijd volledig in het hier en nu. Ik hou wel de regie, maar het kind staat centraal.”
Heftig
Maartje geniet intens van haar werk. Ze maakt bijzondere en heftige momenten mee. “Onlangs was ik met CliniClown Jip in een ziekenhuis waar een peuter lag die zich had verslikt. Daardoor waren zijn hersentjes zo zwaar aangetast dat hij zou komen te overlijden. Wij worden voor het spelen altijd bijgepraat door de pedagogisch medewerkers. We hadden met hen afgesproken dat we ter plekke zouden afstemmen of we de kamer in konden of niet. Als clown ben je super-sensitief, we voelden aan dat we naar binnen konden. Heel zacht hebben we voor het jongetje en zijn ouders een liedje gezongen over mooie dromen. Het was intiem, heel zacht. Terwijl we zongen, schreef Jip voor hen de tekst op een kaartje.”
“Achteraf hoorden we van de verpleegkundigen dat de ouders dankbaar waren dat ze dit nog met hun kind hadden ervaren. Een belangrijke herinnering. Toen we weer buiten stonden, pakten we elkaar even goed vast. Het was zo intens maar het voelde ook goed. Dit werk kan soms heftig zijn, maar je brengt altijd lichtheid. Dat maakt het zo bijzonder en krachtig.”