‘Een CliniClown is open, zonder oordeel’
Of hij nu speelt voor mensen met dementie of voor kinderen in ziekenhuizen; Bas de Bont, alias CliniClowns Bluf, geniet van het moment. Hij vertelt hier over zijn vak.
“’Wat is dát nou weer’, vroeg een oudere dame toen ik met mijn clownsmaatje binnenkwam op de geriatrische afdeling van ziekenhuis Bernhoven in Uden. De verpleging vertelde al dat mevrouw het moeilijk had. ‘Kijk maar eens of jullie iets kunnen bereiken’, zeiden ze. Inderdaad, Bertha leek niet blij om ons te zien. Tot ik een lied voor haar zong. Toen ze dat ter plekke geïmproviseerde nummer over mijn liefde voor Bertha hoorde, kwam ze los. Toen ze de rode neus die ik haar gaf opzette was Bluf helemáál weg van haar: ze werd sexy Bertha. De vrouw ging volledig mee in het spel, gierend van het lachen. We hoorden achteraf dat ze ook enorm heeft nagenoten. Altijd mooi als de vrolijkheid en de sprankeling nog een beetje blijven na-ijlen.
Aanwezig
Twaalf jaar ben ik inmiddels in touw als CliniClown Bluf: een jonge hond vol energie die graag de grenzen opzoekt door eroverheen te springen. Om Bluf kun je niet heen, hij is aanwezig, houdt van vrolijkheid en kattenkwaad. Ik speel in ziekenhuizen voor kinderen, maar ook voor ouderen en kinderen met een verstandelijke of meervoudige beperking. Met het Klein Zintuigen Orkest spelen we een vaste voorstelling met zijn drieën, een toegankelijk verhaal op laag niveau met veel zintuigelijke ‘ontdekkingen.’ Vanochtend nog gingen we met een groep wat grotere kinderen aan het einde in polonaise door het lokaal, het werd een feestje.
Clownerie
Dit werk kwam precies op het juiste moment op mijn pad. Het heeft alles wat ik wil, improvisatie, spelen, lachen, goede collega’s, betekenis. Voorheen werkte ik als professioneel acteur. Ooit begonnen bij het Land van Ooit, was ik als autodidact verder gegroeid, ik deed jeugd- en straattheater, reclames en volgde zoveel mogelijk cursussen en workshops. Zo kwam ik uit bij een clownerie-cursus, ik vond het fantastisch. Toen ik vrij snel daarna zag dat er audities waren bij de CliniClowns dacht ik: het moet zeker zo zijn.
Voelsprieten
Dit vak is bijzonder, als CliniClown word je elke dag verrast. Je komt een kamer binnen, je voelsprieten staan uit, je let op de kleinste beweging, een korte blik, scant een kamer in een fractie van een seconde. Een CliniClown op de automatische piloot, dat bestaat niet. Je moet aanvoelen wat er nodig is op een plek, een lach, een zacht liedje? Soms is er niks meer nodig dan die clown in de ziekenhuiskamer. Dat heb ik zelf ervaren toen mijn ouders in het ziekenhuis lagen na een ongeval. Ik vroeg collega’s even langs te komen. Voor het eerst was ik toeschouwer. De clowns liepen die kamer in en ik voelde dat hun aanwezigheid al genoeg was.
Ontspannen
De clown is open en zonder oordeel, alles is ok. Kinderen voelen dat meteen, er wordt niets van ze verwacht, niks moet, het is veilig. Zo speelden we voor een heel angstig meisje, ze zat diep weggedoken, armen over elkaar, neus bijna ín haar kussen. Tot er een spel ontstond, ik deed een klok na, zij moest raden hoe laat het was. Ze was pienter, schoof overeind, langzaam ontdooide ze. Het spel werd steeds gekker, zij ging helemaal los, ze bloeide echt open: eindelijk kon ze ontspannen.”