‘Het contact met anderen is eerlijk en open’
Theatermaker Laura Burgmans wilde graag meer betekenen voor anderen. Als CliniClown Kat brengt ze nu zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie een glimlach. In dit verhaal vertelt ze over mooie momenten die ontstaan tijdens haar werk.
Ik sta al mijn hele werkzame leven op het theaterpodium. Een paar jaar geleden voelde ik dat ik wat meer wilde betekenen voor anderen. Maar wat? En hoe? Moest ik me laten omscholen en de zorg in?
Eerlijk en open
In die periode las ik over de CliniClowns. Meteen vielen de puzzelstukjes in elkaar. Ik ben een clownsopleiding gaan doen om te onderzoeken of het bij me paste en vond het meteen te gek. Een clown is in het moment, weet van tevoren nooit wat er gaat gebeuren. Het contact met anderen is eerlijk en open. Een clown heeft geen last van sociale codes of regeltjes, is onbegrensd en laat zich meevoeren met wat er gebeurt. Het gevoel waar ik naar zocht, dat ik iets bijdraag, vond ik met CliniClown Kat, die stoer is, ondeugend en muzikaal.
Dementie
Dat laatste kwam van pas bij een mevrouw van negentig op de afdeling geriatrie, waar we wekelijks komen. Ze zei: ‘Dames, jullie zijn vast hartstikke lief, maar ik ga niet lachen, daar heb ik geen zin meer in.’ We vroegen: ‘Mogen we dan wel een liedje voor u spelen?’ Oké, dat was goed. Het liedje bracht haar terug naar vroeger, ze had veel gereisd. Ze vertelde over haar reisavonturen, de tijd vloog om. Na een kwartier zei ze stralend: ‘Nou dames, het is jullie toch gelukt!’
Dragelijker
Soms zien we ook zieke kinderen voor een langere periode, zoals een jongetje in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Hij is daar vaak vanwege zijn ziekte. We vinden elkaar in de muziek. Als hij weet dat we komen, neemt hij zijn gitaar mee, ik mijn ukelele en dan is het jammen geblazen. Zijn moeder plant ziekenhuisafspraken in op de dagen dat wij er zijn, ze zei: ‘Doordat hij weet dat jullie ook er zijn, is het voor hem allemaal draaglijker.’
Aapje
Bij heel jonge kinderen zijn we er vooral voor de ouders, dan brengen we hen even een positieve vibe. Door de pedagogisch medewerker werden we ook eens gevraagd langs te gaan bij een jongetje dat altijd al dol was op de CliniClowns. Hij was erg ziek, zou zelfs komen te overlijden. Hij lag stil met zijn knuffelaapje en reageerde nergens op. We zongen zachtjes een liedje over de jungle, ik maakte nog een opmerking over de ‘enge’ leeuw op zijn rugtasje. Hij bleef stil, totdat ik me even omdraaide. ‘Woehaaa!’ Uit het niets liet hij me schrikken met zijn aapje, alsof hij wilde zeggen: ik heb jullie echt wel gehoord hoor.
Stoer
Ik ben zo blij met mijn keuze voor dit werk. Graag zou ik ook willen meehelpen om het spelen bij behandelingen verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld als een kindje wordt aangeprikt voor een chemokuur. Onlangs waren we in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. Het meisje dat we bezochten, vroeg of we meegingen als zij werd geprikt. Bij grote uitzondering mocht dat. Ze voelde zich daardoor zo stoer, ze zou ons weleens laten zien hoe dit allemaal werkte met die chemo’s. Ze zei geruststellend tegen mij: ‘Als je bang bent voor bloed, hou je gewoon mijn hand vast.’