Ook al vergeet je mij...
Daniëlle van Dijk geniet enorm van haar werk als CliniClown. In dit verhaal vertelt ze over bijzondere momenten die haar zijn bijgebleven.
“Spelen voor mensen met dementie. Ik doe het met veel plezier en voel de impact bij deze doelgroep heel goed. Iemand uit mijn kennissenkring zei laatst, "met alle respect hoor en het zal vast wel nuttig zijn maar 'deze' mensen zijn het toch direct weer vergeten". Het blijft lastig om ons werk uit te leggen maar ik probeer het steeds opnieuw. Ik vertel dan dat ieder mens recht heeft op momenten van lichtheid, ontspanning en plezier, al is het maar voor dat ene moment. Even uit de diepte naar boven komen, weer aanwezig zijn. Ik vertel ook dat mensen soms nog urenlang na ons bezoek rustiger en minder gestrest zijn en dat dit regelmatig zelfs voor de hele huiskamer geldt. Ik vertel over de impact die vaak doorwerkt naar het zorgpersoneel en de familieleden, die live of op foto's en filmpjes, hun vader/moeder weer even 'simpelweg' zien genieten. Verder is het voor iedereen fijn om verbinding te voelen, gezien te worden, maar voor mensen met dementie ervaar ik de hunkering en het verlangen naar contact des te meer.
Samenkomen
Als we spelen dalen we af naar werelden waar ik het bestaan zelf ook niet van wist, maar waar we samenkomen. Dat vind ik elke keer wonderlijk en waardevol voor degene(n) waar ik voor speel, maar ook voor mezelf. Het is schrijnend en verdrietig deze ziekte, dat staat voorop, maar er is ook nog zoveel moois. We genieten samen, lachen, dansen, maken muziek en verwonderen ons. Voor mij geldt, nergens zoveel poëzie als hier, nergens zoveel voeding en uitnodiging om tot spelen te komen. Ik ben ervan overtuigd dat iemand met dementie dit cognitief misschien wel vergeet, maar dat het resoneert op een ander niveau, dat het moment van contact op een onbewust niveau doordringt.
Bijzonder speelmoment
Ik vergeet veel speelmomenten nooit meer. Zoals die keer dat ik met mijn maatje een huiskamer bij een instelling in Drachten bezoek. De mensen in de huiskamer zijn diep verzonken, op één mevrouw na. Ze plukt aan haar blouse, haar hoofd is gebogen en haar handen klemmen zich vast aan de lange tafel. Op de tafel zijn winterse tafereeltjes gedecoreerd met schapenvachtjes, boompjes bedekt met sneeuw en dennenappels. Er staat een volle schaal mandarijnen tussen, die we uitgebreid besnuffelen en bewonderen.
Door onze kreetjes komt haar hoofd langzaam omhoog. Als ze onze rode neuzen ziet is haar nieuwsgierigheid gewekt. We laten haar één voor één de mandarijnen zien en ze snuffelt en bewondert mee. We tellen samen zeven mandarijnen. "Ik ben dol op mandarijnen", zeg ik verlekkerd. "Neem ze maar mee", fluistert mevrouw M. mij moederlijk toe. Dat is niet tegen dovemans oren gezegd. Ik leid mijn maatje af met een smoes en als ze even niet kijkt, laat ik snel alle zeven mandarijnen in mijn blouse glijden. Mevrouw M. slaakt een kreet en roept onmiddellijk: "Wat heb jij dikke tieten, ben je zwanger?". Ik kijk verschrikt naar beneden en slaak ook een kreet. Snel duw ik met één schuivende beweging alle mandarijnen naar beneden en een dikke buik ontstaat. "Gefeliciteerd!", roept mijn maatje, "Je bent inderdaad zwanger!".
We bewonderen vrolijk en opgewonden de buik. Dan maak ik ter hoogte van mijn buik twee knoopjes van mijn blouse open en voel. Al snel wordt de eerste mandarijnenbaby geboren. "Hoera!", roept mevrouw enthousiast. Ik vraag me af of er nog meer zuigelingen zijn en nodig mevrouw uit om ook even te voelen. Ze laat de tafel los en steekt haar hand in mijn blouse. Voorzichtig maar doelgericht, tast ze het T-shirt af wat eronder zit. Een brede lach verschijnt, ze heeft er één. Trots haalt ze de tweede mandarijnenbaby uit mijn blouse, "een tweeling!", roept ze. We juichen mee en zo brengt mevrouw, als een heuse vroedvrouw, alle overige mandarijnen ter wereld, een zevenling om precies te zijn. Ze liggen heerlijk bij te komen op één van de schapenvachtjes.
Een gedeeld moment van geluk
Als ze allemaal zijn toegedekt en we gezamenlijk een slaapliedje hebben gezongen, gaan we nog langs een aantal andere bewoners. Als we de kamer verlaten kijk ik nog even achterom. Mevrouw M. zit rechtop in haar stoel, haar handen liggen ontspannen in haar schoot. Ze steekt vrolijk haar hand op. Ik zwaai enthousiast terug. Ze geniet, net als wij. Eenmaal buiten grinniken we, hoe leuk was dit. Ja ik ben erg op mijn plek bij deze doelgroep. Terwijl ik dit schrijf komt de opmerking "maar die mensen zijn het toch zo weer vergeten" weer even in mijn hoofd voorbij. Ik geloof echter dat het diepst van jouw wezen, niet vergeet. Ook al vergeet je mij!”