‘We kijken elkaar aan: dit is waar je het voor doet’
Als CliniClown Hop maakt Bas de Man elke dag bijzondere dingen mee. Soms onvergetelijk. ‘Pop en ik kijken elkaar aan, dit is waar je het voor doet.’
Het meisje ligt veilig tegen haar papa aan in het ziekenhuisbed. Ze staart voor zich uit, lijkt ver weg, ze heeft duidelijk pijn. We kennen haar al langer, ze is pas zes en ligt al zeker een half jaar op de afdeling kinderoncologie. In de begintijd was ze springerig, wilde ze altijd graag meedoen als wij langskwamen. Vandaag is het anders, het gaat niet goed met haar. De verpleging vraagt of we haar kamer willen overslaan. Maar dan wenkt haar vader ons, hij wil toch graag dat we binnenkomen.
De kamer is donker omdat het meisje geen licht kan verdragen. Voorzichtig stappen we binnen. Ik haal een goocheltrucje uit mijn tas, een siliconen hoesje dat je over je duim schuift en licht geeft als je op een knopje drukt. We zien dat het meisje even moet wennen, wat gebeurt hier? Logisch, als je zo moe bent gaat de verwerking van indrukken langzamer.
Magisch lampje
Ik stop het lampje in het oor van mijn maatje Pop, aan de andere kant van haar hoofd komt het er weer uit. De ogen van het meisje gaan langzaam verder open. Waar komt dat lichtje vandaan? Het lichtje verdwijnt en verschijnt, ik eet het op en daar plopt het weer tevoorschijn als een scheetje. Het meisje wordt steeds alerter. Opeens gaat ze rechtop zitten, met een brede lach op haar gezicht. Ze begint ons zelfs te regisseren, wijst waar het lampje heen moet. Samen pesten we Pop, het lampje verdwijnt in haar oor, in haar neus, in haar broekzak en telkens plopt het weer tevoorschijn. Papa krijgt ook de smaak te pakken en helpt een handje mee. Ook bij hem zie je de ontspanning komen.
Het meisje vindt het fantastisch, aan haar hele manier van doen zie je dat ze geniet. Als we weggaan kruipt ze met een kleine glimlach weer tegen haar vader aan. Pop en ik kijken elkaar aan, dit is waar je het voor doet.
Kin omhoog
Ik denk terug aan een ander onvergetelijk moment. Compleet anders, maar net zo indrukwekkend.
We komen in een zorgcentrum een woonkamer binnen. Ik ga naast een vrouw zitten die in elkaar gezakt en met haar ogen dicht over de tafel hangt. Naast haar hoofd een bord onaangeraakt eten. Op een aai over haar hand reageert ze niet. Bij dit soort bezoeken heb ik altijd een klein boxje bij me. Ik zet een muziekje op, een wals. Ik wacht rustig af, terwijl de muziek de kamer vult. Dan zie ik de vingers van de vrouw bewegen, 1,2,3, 1,2,3, haar vingers tikken mee op de maat.
Na een paar minuten gaat haar kin omhoog, ze kijkt me aan. En uit het niets zegt ze, met wonderlijk heldere stem: “Weet je wat wij gaan doen? Wij gaan walsen.” Rustig schuift ze haar stoel achteruit, steunend op de tafel komt ze overeind. Ze slaat haar arm om me heen. “Ik ga jou de wals leren.” En zo gebeurt het. Op het muziekje dat zich inmiddels al vier keer heeft herhaald, dansen we door de ruimte. Opmerkelijk soepel, niet te traag, niet te snel, precies op de maat. Als de les is afgelopen knijpt ze in mijn wang: “Zo lieverd, nu kun je dit mooi aan je eigen vrouw leren.” Net als bij dat meisje in het ziekenhuis lijkt alles te kloppen. In de vijf jaar dat ik nu als CliniClown werk, doen dit soort momenten me beseffen wat we kunnen betekenen. Voor zieke kinderen, maar ook voor mensen die al zo ver in hun dementie zijn dat ze onbereikbaar lijken.