'Onze baby moest zo snel mogelijk naar het ziekenhuis'
Moeder Jodi krijgt de schrik van haar leven als dochter Lua (1 jaar oud) afgelopen januari plots geen adem meer krijgt. Met spoed wordt ze opgenomen. Jodi blikt terug op hun tijd in het ziekenhuis en het lichtpuntje na een spannende dag.
“Het is een heerlijke zondag in januari. We hebben een pyjamadag met de mannen (Raf, 6 en Pip, 4). Samen spelletjes spelen, film kijken en popcorn eten. Lua, ons meisje van dan net 1, doet ook mee waar ze kan. Althans, ze kruipt rond, eet wat en doet haar eigen ding. Ze is veel ziek geweest de afgelopen twee maanden. Ze had vrijwel continu een oorontsteking en allerlei andere virussen daarbij, maar afgezien van een verkoudheid ging het die dag best goed. Is ze extra vatbaar omdat ze een coronababy is en daardoor weinig gezien heeft haar eerste levensjaar? Geen idee, maar dat ze alles oppikte was een feit.
Terwijl de mannen aan tafel een spelletje willen gaan spelen, hoor ik boven dat Lua huilt als ze uit bed wordt gehaald door mijn partner. Ze huilt raar, dus als ze beneden komen vraag ik aan Stef waarom ze zo raar huilt. Ze is wel bij en alert maar ze huilt. Ze kijkt me aan, maar ze kijkt me hulpeloos aan, er gebeurt iets wat haar lijfje niet snapt. Ze hapt naar adem en ze neemt korte piepende ademteugen. Dan wordt ze wat grauw en krijgt ze ineens donkere lipjes. ‘Heeft ze iets ingeslikt?!’ vraag ik Stef, want daar lijkt het op, alsof er iets vast zit in haar keel. In haar mond kijken lukt niet goed, maar Stef heeft gelukkig kinder EHBO gedaan, dus hij probeert met de kinder Heimlich of er iets los komt.
Nu 112 bellen
Ik heb me al zo vaak afgevraagd hoe je weet wanneer je 112 moet bellen… Nou, dat voelde ik nu gewoon, ik wist zeker dat dit zo’n moment was. Na twee á drie keer proberen iets uit haar keel te krijgen, zei mijn gevoel… Het lukt niet. Maar ze ademt nog, ze is er nog… maar hoe lang nog… Dus ik zei ‘Bel maar’.
Lua haar toestand verbeterde niet, ze bleef naar adem happen en sussend hield ik haar tegen me aan. Blijven praten, ik moet tegen haar blijven praten, dacht ik. ‘Het komt goed meisje, je doet het super, het komt goed poppetje, mama is hier’. Terwijl Stef de alarmcentrale aan de lijn had, rende hij op hun verzoek naar boven, om haar bedje, de spenen en haar knuffel te controleren. Niks vreemds of kapot. En meteen daarna hoorde ik sirenes in de straat. Wat een nachtmerrie is dit.
Twee ambulances, een opgeroepen helicopter, twee politieauto’s en meteen ook de buurvrouw die onze kleine mannen kwam ophalen… Ik gaf Lua aan de ambulancemedewerkers. Ik was opgelucht, er is hulp, iemand komt haar helpen. Ik stond in een soort actie/strijd modus, helemaal aan en alert. Het komt goed, dit gaan we aanpakken en oplossen. “Ik moet blijven opletten, helder blijven, de goede antwoorden kunnen geven en rustig blijven voor Lua”, dacht ik.
Met spoed naar het ziekenhuis
Na wat onderzoeken op de tafel hoorde ik iemand zeggen ‘De heli mag omkeren.’ Okee, dat is een goed teken. Lua hapte nog steeds naar adem, haar huid was helemaal gemarmerd, grauw en gevlekt. De testen die er werden gedaan waren semi goed, maar wat was er dan met haar aan de hand? Ze had lichte koorts, hartslag hoog maar haar bloeddruk was goed en er leek niks in haar keel. Ze bleef moeite houden met ademen en had nog altijd blauwe lipjes.
‘We komen er nu met spoed aan’ meldde de ambulance broeder aan het ziekenhuis. Ik griste nog snel wat kleding bij elkaar. Ik ging voorin de ambulance, want ze wilden de ambulance artsen achterin, voor het geval dat. Lua was op het brancard vastgebonden. Zo’n bloot, klein lijfje in een luier. Een vreselijk beeld dat niet snel meer van mijn netvlies af zal gaan. Met sirenes aan reden we in volle vaart naar het ziekenhuis. Onderweg werd Lua wonderbaarlijk genoeg ineens rustiger. Ze huilde niet meer en ze kon weer iets beter ademen. Ik voelde weer wat ontspanning in de ambulance komen.
En weer een nieuwe aanval
Eenmaal in het ziekenhuis was Lua super blij dat ze weer bij mij mocht zijn. Een uitgeput lijfje, maar ze kon zowaar weer een beetje lachen. Het meisje moest toch weer helemaal opnieuw door alle controles heen, haar zuurstof, hartslag, bloedtest, corona test… en weet ik veel wat nog meer. De artsen waren eigenlijk bijna van plan haar weer naar huis te sturen, tot ze weer een ‘aanval’ kreeg. Geen idee hoe ik het moet noemen, maar als ze ging huilen, ging het weer mis. Weer happen naar adem, marmerende huid, grauw en blauwe lipjes. Ik was iets geruster, omdat ik nu wist dat ze er weer uit kon komen, maar ik kon wel janken. Het is vreselijk om je kleine meid zo te zien vechten. De kinderarts zag het gebeuren en besloot haar meteen een nacht op te nemen, voor de zekerheid. Wat een opluchting, dan wist ik in ieder geval dat ze veilig was.
In de avond gebeurde het nog 2 keer, maar dit keer waren de aanvallen korter en dus minder heftig. Haar ademhaling tussendoor was alsnog heel hees en stokkend, maar ze was redelijk vrolijk. De volgende ochtend kroop er dan ook een tevreden meisje met allemaal slangetjes aan zich vast door de kamer, in afwachting van de artsen en de uitslagen.
Een bijzondere ontmoeting
Maar nog voordat de artsen kwamen, zagen we twee CliniClowns om de hoek gluren. Twee fantastische clowns die voor de deur van de kamer (ivm corona) de beste troost konden geven aan Lua. De clowns hadden een klein lieveheersbeestje bij zich en tekenden op de deur een verhaaltje met het lieveheersbeestje. Lua was helemaal verwonderd. Dat ze hun spel zo goed op haar afstemde vond ik heel bijzonder. Ze kon best eenkennig zijn, maar hier kroop ze zelf op de clowns af en zei in haar eigen gebrabbel en wijzend naar de deur tegen me hoe mooi het was, met een grote lach op haar gezicht. Toen de clowns weg waren, heeft ze nog een kwartier voor de deur zitten kijken naar de tekening.
Het was zo’n bijzondere ontmoeting. Gelukkig hadden we nog nooit eerder een ziekenhuis ervaring gehad en waren we dus ook nog geen CliniClown tegen gekomen. Maar als je met je kind in het ziekenhuis bent, dan zie je hoe bijzonder hun werk is. Ze hebben Lua’s én mijn dag echt gemaakt…
We mochten weer naar huis
Na het bezoek van haar favoriete clowns, mochten we gelukkig redelijk snel naar huis. Ze voelde zich na een nachtje slaap zichtbaar veel beter. Een erg laag ijzergehalte in haar bloed bleek de boosdoener, in combinatie met een a-typische pseudo kroep aanval. Ze kreeg extra ijzer en wij het advies om haar goed in de gaten te houden, en meteen te bellen als het nodig is. Maar Lua deed thuis alsof er niks was gebeurd.
Maar wij hebben nog wel even moeten bijkomen. Nu ik het allemaal weer op een rijtje zet, vliegt het me opnieuw aan. Vooral de angst en onrust die ik voelde voordat de ambulance kwam. Toch kan ik ook terugkijken op bijzondere momenten, wat een helden zijn de ambulance broeders en wat een waanzinnig bijzonder werk doen de CliniClowns. Ze hebben niet alleen voor Lua het ziekenhuis bezoek beter gemaakt, maar ook mij laten lachen en even verlicht van de zorgen.”