‘Contact maken met haar is normaal gesproken moeilijk’
Een circusles, bloemschikken met kunstbloemen, een wals met een bewoonster; in woonzorgcentrum Ittmannshof in Nunspeet maken CliniClowns Böwö en Ivan er een speelse ochtend van. “De sfeer wordt lichter, luchtiger.”
“Muziek in de tent”, glundert mijnheer Schaafsma, een van de bewoners. Hij loopt in een feestelijke optocht door de gang van het gezellige woonzorgcentrum voor mensen met geheugenproblemen richting de woonkamer, CliniClowns Böwö (Jacqueline) en Zabor (Ivan) volgen. “Ik heb de muziek meegenomen”, grinnikt hij nogmaals.
Sceptisch
Medewerkster Zorg en Welzijn Ria Vis vertelt dat de CliniClowns redelijk nieuw zijn op de Ittmannshof: “Sommige collega’s waren in het begin sceptisch. Maar iedereen is nu om, je ziet zulke bijzondere dingen gebeuren als de clowns er zijn. Ze brengen sfeer, met hun spel en muziek wordt het meteen lichter, luchtiger. De bewoners reageren heel goed op de clowns en zij voelen de bewoners goed aan.” Collega Jacqueline vult aan: “Alles begint met goed luisteren en aanvoelen waar de behoefte ligt.”
Mooiste lach van de dag
In huiskamer Sering gaat mevrouw Bruines volledig op in het muzikale spel. Ze zingt het improvisatieliedje van de CliniClowns uit volle borst mee. “Mevrouw Bruines heeft de mooiste lach van de dag.” Bewoonster Ati danst met Böwö terwijl Ivan op zijn accordeon speelt. “We moeten dit eigenlijk opnemen”, lacht Ati. “Ik heb er alleen geen spullen voor. Trouwens, waar zijn de kinderen eigenlijk?” “We zijn van binnen toch allemaal nog een beetje kind?”, antwoordt Böwö, terwijl ze een diepe buiging maakt.
Opbloeien
De net nog zo stille huiskamer is nu gevuld met muziek en gelach. Het clownsspel gaat van heel groot – een bewoonster temt met de clowns een aap in het circus – tot piepklein. Een zacht liedje, een aanraking, een knipoog. De bewoners bloeien op van de oprechte aandacht. Zabor helpt mevrouw Bootsma bij het bloemschikken met kunstbloemen. Welk takje mag eraf, welke mag blijven? “Ik moet eigenlijk een schaartje hebben. Even denk je: het wordt niets. En dan opeens gaat het toch bloeien. Het komt vanzelf weer op.”
Een voormalig leraar volgt de CliniClowns overal. “Eigenlijk heb jij wel een goeie kop met haar”, zegt hij, terwijl hij Böwö’s vrolijke rode krullenbos inspecteert. “Ga zo verder. Alleen heb je eigenlijk weer te veel haar op je hoofd.” Veel te veel, vindt ook Zabor: “De schaar moet er doorheen.” “Nou, dat ook weer niet hoor”, fronst de man. “Zoals je haar nu is, is het mooi”, zegt zijn buurvrouw liefjes tegen Böwö, terwijl ze haar hand stevig vastpakt.
Een broos lijntje
Jacqueline (Böwö) en Ivan (Zabor) genieten zelf ook van het bezoek. “Het is intens, maar bijzonder”, vindt Jacqueline. “Er is veel rust, mensen zijn heel open.” Ivan knikt: “We maken veel individueel contact met mensen.” Het clownsduo loopt rustig naar mevrouw Ponsteen aan tafel, diep in zichzelf verzonken. Zij is vroeger pedicure geweest in Nunspeet, het zorgpersoneel heeft een bijzondere band met haar. “Ze is wat verder in haar dementie dan de andere bewoners”, legt Ria uit.
Bijzonder
Mevrouw Ponsteen heeft een blauwe rubberen bal voor zich liggen, ze knijpt erin en rolt hem zachtjes heen en weer. CliniClown Böwö gaat tegenover haar zitten en neemt de bal voorzichtig over. De bewoonster ontspant, ze legt de bal voor Böwö neer. Zo gaat de bal heel rustig heen en weer. Mevrouw kijkt Böwö opeens recht aan. Er loopt een wonderlijk, broos lijntje van de een naar de ander.
“Wat een mooi moment”, fluistert medewerkster Brigitte. “Kijk die glimlach en die pretoogjes! Contact maken met haar is normaal gesproken moeilijk.” Dan, onverwachts, legt mevrouw haar hand op die van clown Böwö. Heel even. Een lach, een blik. Dan verzinkt ze weer in haar eigen wereld.