Het enge bos
Sinds Jesper (7) een ongeluk heeft gehad, is hij ontzettend bang om te vallen. “Vaak gaan we wandelen in het bos. Stapje voor stapje verlegt hij zijn grenzen en leert hij z’n angst te overwinnen.”
Jesper is een jongen van 7. Sinds hij een ongeluk heeft gehad, is hij enorm onzeker en bang dat ie valt. Dat is best zielig om te zien, zo’n gezonde jongen die bijna niks durft. Als fysiotherapeute van het revalidatiecentrum help ik hem. Door een paar keer per week oefeningen met hem te doen, krijgt hij weer vertrouwen in z’n lijf. Stapje voor stapje verlegt Jesper z’n grenzen en leert hij z’n angst te overwinnen. Vaak gaan we wandelen in het bos. En vandaag besloot CliniClown Bes met ons mee te gaan. Bes weet dat Jesper bang is om te vallen. Maar ze doet net alsof ze het niet helemaal heeft begrepen en denkt dat hij bang is voor enge figuren in het bos. Ze heeft hem uitgenodigd om samen al die engerds uit het bos te verjagen.
“Nog even over die boef die je hier zag…” roept CliniClown Bes, terwijl ze vanachter de bosjes tevoorschijn komt, “… die is dus met z’n staart tussen de benen gevlucht, kom maar kijken!” Samen met Jesper speurt ze het bos af naar boeven, spoken, heksen en andere bosengerds. Ze rent door het bos heen en weer. En Jesper en ik moeten moeite doen om haar bij te houden.
En dat gaat ze goed af. Het ene na het andere misbaksel wordt verjaagd. Jesper gaat zo op in het spel, dat hij helemaal vergeet dat ie bang is om te vallen. Van z’n onzekerheid is niks meer te merken. Samen lopen we naar een dikke boom, waarbij hij allerlei obstakels ontwijkt alsof ze er niet zijn. Heldhaftig roept hij: “Boeoeoeoe!” voordat hij achter de boom kijkt. “Is die engerd weg?” vraagt Bes terwijl ze komt aangerend. Jesper knikt heftig met z’n hoofd. Zeker weten! Het plezier spat ervan af. “Yes!” roept Bes als ze alweer naar de volgende boom vliegt. “Ook al zijn die engerds zulke knoeperds, Bes en Jes zijn geen bange poeperds!” schreeuwt ze uit.
Als we even later weer teruglopen naar het revalidatiecentrum waar Jesper verblijft, struikelt Bes over een boomstronk. Ze valt pontificaal voorover in een bosje. “Nou, als hier een monster zat, heb ik die ook weggejaagd,” zegt ze, terwijl ze opkrabbelt en kijkt of haar neus nog recht zit. Ondanks dat hij moe is, moet Jesper lachen. Hij heeft nu al veel langer gewandeld dan normaal. Hij is veel verder gekomen dan ik van tevoren had bedacht, ik ben echt super trots op hem. Ik zou willen dat Bes bij elke behandeling aanwezig kon zijn, bij alle kinderen. Want als je niet bang bent, ga je met sprongen vooruit.
Jolanda - Fysiotherapeute